Om meer grip te krijgen op malafide saneerders, is samenwerking van groot belang. De Inspectie SZW, ILT, Regionale Omgevingsdiensten, milieupolitie en gemeentelijke toezichthouders van bouw en woningtoezicht gaan die samenwerking versterken. De afgelopen tijd werden meerdere malafide saneerders opgepakt door een goede samenwerking tussen Inspectie SZW en Omgevingsdiensten. Maandag 24 november jl. kwamen de toezichthouders op asbest bijeen om ervaringen uit te wisselen en om ‘meer grip te krijgen op asbest’. Het congres ging vooral over de ‘successen’, de ‘knelpunten’ en de ‘uitdagingen’ die er liggen. Duidelijk bleek de behoefte om van elkaar te leren. Voor velen is de ketensamenwerking nog nieuw. Volgens de ruim 250 aanwezige vertegenwoordigers zijn er nog genoeg knelpunten die de samenwerking in de toezichtsketen belemmeren. Degenen die goede ervaringen hadden gaven tips hoe deze te slechten. Overduidelijk bleek de wil om samen te werken aanwezig.
Eén van de punten van de aandacht is het feit dat momenteel nog slechts circa 30% van de gemeenten de toezichtstaken ten aanzien van asbest zoals vastgelegd in het basistakenpakket daadwerkelijk door Omgevingsdiensten laat uitvoeren. Als de asbest toezichttaken bij de Omgevingsdiensten worden ondergebracht zal de kwaliteit van het decentraal toezicht toenemen. Voor de landelijke toezichthouders als ILT en Inspectie SZW, is het dan ook makkelijker om met de decentrale partners samen te werken.
Gediscussieerd werd er ook of de samenwerking tussen de partners het beste landelijk geregisseerd of dat het autonoom ontwikkeld kan worden. Daar waar samenwerking goed verloopt blijkt dat dit vooral komt doordat de ketenpartners elkaar vertrouwen, er sprake is van goede interpersoonlijke relaties tussen inspecteurs en de uitdrukkelijke wens bestaat van de partners om samen te werken en informatie te delen. Bron: Inspectieszw.nl