De Raad van State heeft deze week een bezwaar van een teler in een asbestzaak ongegrond verklaard. De teler wordt verweten niet snel genoeg te hebben ingegrepen op het verspreiden van asbest die was vrijgekomen bij een brand in zijn tuinbouwbedrijf. Daartoe besloot de gemeente ‘spoedeisende bestuursdwang’ toe te passen.
De teler uit Berkel en Rodenrijs, bij wie op 1 juni 2018 brand uitbrak, is het daar niet mee eens en vocht de toegepaste dwang aan bij de gemeente en later ook de rechtbank Rotterdam. In beide gevallen werd het gemeentebesluit in stand gehouden en het bezwaar ongegrond verklaard. De Raad van State sloot daar op 25 augustus in een uitspraak in hoger beroep bij aan.
Gemeente handelt terecht snel
Ook de Raad van State is van mening dat de eigenaar van het tuinbouwbedrijf niet snel genoeg heeft gehandeld om asbestverspreiding te voorkomen. Daarbij is onder andere door de gemeente aangevoerd dat uit verzekeringspapieren zou blijken dat de verzekering het probleem niet zou dekken.
De teler bestrijdt dat hij niet heeft willen handelen en had de sanering zelf willen uitvoeren. Dat zou ook goedkoper hebben gekund. Daarbij vindt hij dat de gemeente sanering van zijn kant heeft tegengewerkt. Dat de gemeente zelf ook lang heeft gewacht met saneren, werd in de behandeling van de zaak weerlegd met een factuur van het door de gemeente aangesteld asbestsaneringsbedrijf. De Raad van State gaat in geen van de door de teler aangevoerde bezwaren mee.
Sloop kas buiten beschouwing
Uiteindelijk is de kas gesloopt. Over de rechtmatigheid daarvan deed de Raad van State net als eerder de rechtbank geen uitspraak, omdat tegen de uitvoering van de spoedeisende bestuursdwang geen beroep mogelijk is.
Bron: Bloemen Planten Nieuws
