Veel kraanwater bevat asbest, afkomstig uit waterleidingen gemaakt van zogeheten asbestcement. Maar om hoeveel asbest gaat het, en zijn ingeslikte asbestvezeltjes net zo gevaarlijk als asbest dat ingeademd wordt? Niemand weet het, zo schrijft het wetenschappelijke tijdschrift EOS Magazine.
Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn in Vlaanderen massaal waterleidingen aangelegd in asbestcement. Vandaag bezit Vlaanderen nog ruim 19.000 kilometer aan asbestleidingen – goed voor 30 procent van het waterleidingnet. Dat er asbest in het kraanwater zit, is zeker: de concentraties elders in de wereld variëren van enkele vezels per liter tot honderden miljoenen, soms miljarden. Zeker als het water relatief zurig is, lost geleidelijk kalk op uit de leidingwand, waarna asbestvezeltjes eveneens loslaten. Ook wie zweert bij frisdrank kan misschien asbest binnenkrijgen. Want frisdrank, blikgroenten, bier en tal van andere producten bevatten eveneens leidingwater.
Bezorgde vragen worden volgens EOS-Magazine weggewuifd, op basis van drinkwaterrichtlijnen uit 1993 van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De WHO concludeerde dat er ‘geen overtuigende bewijslast’ was dat het inslikken van asbest gevaarlijk is. Richtwaarden voor asbest in drinkwater zijn dan ook niet nodig, klinkt het. De WHO baseert zich echter slechts op 28 onderzoeksartikelen – een flinterdunne bewijslast. Bovendien ruikt de paragraaf over asbest naar belangenvermenging, want er zijn links tussen de auteurs en de private Britse watersector, die niet zit te wachten op alarmsignalen over het leidingennet.
Volgens EOS Magazine moet er meer onderzoek gedaan moet worden naar het inslikken van asbest. Sommige van de weinige studies die uitgevoerd zijn, suggereren wel degelijk een mogelijke link met kanker, en verspreiding van asbestvezels vanuit de darmen naar de rest van het lichaam en naar het nageslacht.
De sussende richtlijn van de WHO heeft grote gevolgen: overheden steunen erop om zichzelf en de bevolking gerust te stellen. Waterbedrijven voelen zich niet genoodzaakt het leidingnet versneld te vernieuwen. In Vlaanderen, bijvoorbeeld, gebeurt – in tegenstelling tot sommige buurlanden – voor zover bekend geen onderzoek naar asbest in het leidingwater, en onderneemt men geen inspanningen om het water te bewerken zodat het minder “agressief” (zuur) wordt. Nieuwe stamcel-onderzoekstechnieken, die ontwikkeld worden in Utrecht, kunnen wellicht helderheid scheppen in het gedrag van asbestvezels in onze ingewanden. Moderne voorbewerking (zogenoemde conditionering) kan intussen de asbestgehalten in leidingwater doen afnemen, zo blijkt uit de praktijk in Nederland. Bron: gezondheid.be.